Hoe lang zit ik al "in het vak"? Vóór 1982 volgde ik al weefcursus bij Trudie Godefroot. Zij gaf les aan de school voor vrije uren, toen o.a. ondergebracht in Hoensbroek.
Het bekende: "Oh, een man!", omdat de dames dachten dat ik het weefgetouw voor mijn betere helft kwam brengen.
Daar leerde ik de basisprincipes van weven.
Toen las ik in de krant een advertentie van Weefkring Zuid Limburg. Zij zochten mensen die een cursus weven op hoog niveau wilden volgen, in Tilburg. Een samenwerking van de weefkringen uit Zeeland, Brabant, Limburg,
samen ZeBraLim. Navraag per telefoon gaf opheldering over wat hoog niveau inhield. Als je zelfstandig een ketting kunt scheren en op het getouw zetten, dan kom je al een heel eind in de bedoelde richting. Dat was voldoende om in te schrijven als lid van Weefkring Zuid-Limburg, want dat was wel een vereiste. Die cursus ging echt verder dan de basis. Behalve weven kwam ook kleurenleer en compositie aan de orde. Twee jaar reden we elke vier weken naar Tilburg, in een bovenzaaltje van een bruin cafe, Café Voskens, werd deze cursus gegeven. Daar leerde ik een aantal vrouwen kennen waarmee ik nog lang contact gehouden heb. Annie uit Schimmert reed met mij mee. Ondertussen had ik al een groot staand getouw gekocht, oorspronkelijk 4 schachten en 6 trappers. Later uitgebreid naar 8 schachten en 10 trappers. De vrouwen die uit Zeeland kwamen vertelden over een school waar wekelijks weeflessen gegeven worden. Dat was een cursus van 3 jaar, verdeeld over 40 weken, compleet met tentamens en een officieel van rijkswege erkend diploma na een eindexamen. "Henri Story" de naam van de school. Het noemen van de naam was al voldoende om bestuursdames tot hysterisch gehuil en gekrijs te verleiden! "Jullie altijd met je Gent, met je Henri Story!"
Het enthousiasme sloeg over, we gingen naar de opendeurdagen, samenvallend met Hemelvaartweekend. Ja, daar viel de beslissing. Ik werd student aan het instituut Henri Story, wat later een lagere technische school bleek te zijn. Zogezegd een ambachtschool oude stijl. Zeer schools, zeer strak, maar ook heel degelijk. 's Morgens weven aan de getouwen, een zaal vol, 's middags theorie, de ene week technieken, de andere week ontwerpen, kleurenleer, compositie. Met thuisopdrachten. Met twee keer per zaterdag het noteren der aanwezigheden, waarbij naam en achternaam volledig uitgesproken beantwoord dienden te worden met: "Present!"
Na drie jaar heb ik het examen afgelegd met goed gevolg, mijn examanenstuk was een kamerjas, gebaseerd op kimono-basis, gewaardeerd met een 80 ten 100.
En een jaar later werd een vervolgjaar aangeboden, dat ik ook nog deed.
Toen was het genoeg, ik had zoveel bagage dat ik heel lang vooruit kon. En kan.
En nu heb ik een ketting op het getouw staan waar ik voorlopig niets mee kan. Een dubbelweefsel. Een beginnersfout van de ergste soort.
Het enkel kruis had ik goed vastgelegd. Maar bij het doorsteken van de kruislatten stak ik beide door dezelfde opening. Haalde de afbindkoordjes weg en daarmee viel het enkel kruis uit elkaar!
Niet gecontroleerd of alles goed zat. Om nog iets te redden van wat misging heb ik ketting draad voor draad zoveel mogelijk weer opnieuw doorgehaald. Maar de draad van de bovenlaag correspondeert niet steeds met de draad van de onderlaag, gevolg: de hele boel klit in elkaar!
Geklungel van een beginneling!
Maar we gaan stug verder.
Recente reacties